AFGEVRAAGD. 'Ge moet u vermannen', zeggen ze, maar hoe correct is dat nog?
“Ge moet u vermannen”, had iemand mij gezegd in de week
die volgde op het overlijden van mijn vader. Het was lang geleden dat ik dat
nog had gehoord: zich vermannen. Wat bedoelen ze daar mee, vroeg ik mij af.
Ik ging voor de spiegel staan.
“Een krijger ben ik niet,” stelde ik vast. Ik dacht aan de
dansers van Fabre. Zijn krijgers van de schoonheid, zoals hij ze noemde. Ze
waren niet dichtbij, die krijgers, en zeker niet in de buurt van de spiegel.
“En je hebt al evenmin het postuur van een atleet”, vulde
een innerlijke stem spontaan aan. Ze klonk eerder geringschattend dan
geruststellend. En niet eens diep en donker.
DWARSDENKER
Waarop ik haast vanzelf mijn rug rechtte, schouders naar
achteren strekte, kin en borst vooruit gooide.
Maar ik zag de gestalte niet, in de spiegel voor me. Ik
zag alleen het gezicht dat me sceptisch aankeek. Met twee rimpels, dwars over
het voorhoofd. Het gezicht zweeg, net als ik. Dwarsdenker, dacht ik.
“Ge moet u vermannen.” Het bleef nagalmen.
Ik dacht aan al het kwalijke, het verfoeilijke en het
wansmakelijke dat mannen wordt verweten. Op vandaag is dat meer, veel meer dan
decennia geleden. We zijn des duivels, tegenwoordig en straks, als soort,
volkomen overbodig en nutteloos. Wat is dat dan, dat vermannen? Wat wordt van
vrouwen verlangd in zulke situaties? Dat ze zich ook vermannen? Nee, maar was
is het vrouwelijke equivalent dan wel? Kortom, is het, met al wat we weten over
‘mannen’, correct om zich te vermannen?
BIJ DE DIKKEN
Ik ging nog eens langs bij De Dikken. Wat zegt hij over ‘zich
vermannen’? “Moed vatten, de kracht tot
iets vinden, zichzelf meester worden”, luidt het bij van Dale. Al vrees ik dat ‘zich
vermannen’ finaal een eufemisme is voor stoerdoenerij.
Reacties
Een reactie posten