GEDACHT. Je kinderen bezoeken op hun werkplek: waarom voelt dat gênant?


Noch vader noch moeder zijn ooit op een van  onze werkplekken op bezoek geweest. Dachten wij, toen we de bank binnenstapten en bij de balie vroegen of we J. konden spreken. Aan de baliebediende zeiden we  er niet bij dat J.  onze dochter is. We vonden het gênant. Geen idee waarom we dat vonden, maar die waarom-vraag raakten we naderhand niet meer kwijt.

CHARMEZANGERES

We vermoeden dat we het net zo gênant hadden gevonden als onze ouders ons ooit op onze werkplek hadden komen opzoeken. Waarom? Geen idee.
Vreemd toch. Want het is anders helemaal normaal dat ouders van een slager of van een bakker bij hun zoon of dochter om biefstuk of brood gaan. We vinden het zelfs gepermitteerd mochten zij zich niet naast ons in de wachtrij posteren maar ons vlotjes passeren en hun favoriete zevengranenmetnootbrood van het rek achter de toonbank grijpen, de snijmachine bedienen, de keurig getelde munten naast de kassa deponeren en vertrekken, niet nadat ze het winkelmeisje  nog een vertrouwelijke mededeling van huishoudelijke aard gaven.
Of neem de oma van een gevierde operazanger of de stiefvader van een charmezangeres: dat zij zich onmiddellijk na het concert in de donkere gangen wagen achter het podium om hun artiesten in de kleedkamer te groeten en met hen de recentste familiale roddels uitwisselen: niemand - nog het minst de betrokkenen zelf, beelden wij ons in - stelt zich hierover vragen.

FIDUCIE


Waarom wij ons dan geneerden om onze dochter in een huis van fiducie te bezoeken? De vraag hield ons gevangen en alleen het antwoord kon ons bevrijden.
Ja, we aarzelden op de drempel van de bankinstelling, waarvan de gevel ons al met niet mis te verstane statigheid te kennen gaf dat we  hier best niet op een drafje binnenliepen om enkel een bankje van 100 euro te wisselen.
Binnen, een immense hall, strakke grandeur en een uitgekiende design zodat de klant zich niet groter of kleiner voelt dan hij in werkelijkheid is.  Hier werkt zij, dus, dachten we. En, terwijl we op haar wachtten, doemden beelden op van het kleine meisje dat op haar knieën op een stoel aan de veel te hoge tafel in de huiskamer van weleer bankbiljetten van haar speelgoedkassa telt.
Misschien is dat het wel, dat ons hindert om kinderen op hun werkplek te bezoeken: we zien niet de jonge vrouw of jonge man die ze zijn, maar wel het kind dat ze ooit waren en dat we beter kenden dan de volwassene.

LOSLATEN

Ze handelde de bankzaak vlot af, installeerde vingervaardig de bankapp op mijn iPhone, liet me die checken of hij werkt, gaf nog wat advies mee en serveerde een koffietje... Ze kent haar vak, dachten we, niet zonder ouderlijke trots,  en voelden ons bijna op ons gemak. 
Natuurlijk hadden wij haar aan het werk willen zien op een meeting met collega's, bij een gesprek met andere, grote klanten... al weten we dat zoiets niet kan. Kinderen moet je kunnen loslaten. En dat is het natuurlijk ook. Bij zo'n bezoek op hun werkplek geven we te kennen dat het ons met dat loslaten niet altijd lukt en we willen niet dat ze dat merken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

GEZIEN. Zwarte Kat, niet zomaar een kopje...koffietafelerfgoed

GELEZEN. Sinterklaas: open brief van Nicodemus naar aanleiding van de Pietenkwestie

GESCHREVEN. Eigenlijk zijn het ouders die hun kinderen een nieuwjaarsbrief moeten schrijven...